RECEPT: Wilde kruidengrissini
Ik houd van simpel en van lekker. Dat is dit recept absoluut! Je moet er wel voor op pad, maar dan heb je ook wat.
Wat heb je nodig?
- Een paar handenvol wilde eetbare planten, zoals paardenbloem, brandnetel, madeliefje, weegbree, zuring, dovenetel, duizendblad, vogelmuur, kleefkruid, hondsdraf, herderstasje, zevenblad, look-zonder-look, etc.
- Een pak (roomboter)bladerdeeg
- Olijfolie
- Keltisch zeezout
- Optioneel: maanzaad, sesamzaad of kaas
Aan de slag!
Verzamel een paar handen vol eetbare planten. Was ze en snijd ze in kleinere stukken. Droog ze in de oven of in een voedseldroger op maximaal 50°C. Zorg dat ze compleet droog zijn en knisperen. Vermaal de kruiden tot poeder in een keukenmachine, blender of vijzel. Spreid het poeder uit op een bakplaat en laat nog een uurtje nadrogen aan de lucht of in een oven op maximaal 50°C. Doe het kruidenmengsel in een pot en bewaar donker en droog.
Verwarm de oven voor op 180°C. Laat het bladerdeeg ontdooien en snijd het in reepjes of in een andere vorm naar keuze. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg het bladerdeeg erop. Smeer het bladerdeeg in met olijfolie en strooi er wat van het kruidenmengsel overheen. Kruid af met (grof) zeezout. Optioneel kan je zaden, zoals maan- of sesamzaad, of kaas toevoegen. Bak de grissini ongeveer 15 minuten tot ze goudbruin en knapperig zijn. Heerlijk bij een kom soep of als dipstengel bij een kruidendip of voorjaarsguacamole.
Geef een reactie