Een boekrecensie van een kruidenboek van meer dan 400 jaar oud, heeft dat eigenlijk wel zin? Culpeper's Complete Herbal is een boek dat me bij toeval in handen viel. Het is helaas geen stoer verhaal over een antiekwinkeltje waar ik de oeroude kaft na urenlang speuren ontdekte tussen meters in stoffig leer gebonden klassiekers. Dit exemplaar is een paperback herdruk uit 2009 die iemand op Facebook verkocht.
Culpeper's Complete Herbal uit 1653 is een klassieker uit de kruidenkunde. Nicholas Culpeper was een Engelse botanicus, herborist, arts en astroloog die in 1616 geboren werd in Ockley, Surrey. In een tijd waarin artsen opgeleid werden in de leer van Galenus en hun eigen recepten angstvallig geheim hielden door ze in het Latijn op te tekenen, zorgde dit boek voor een kleine revolutie. In alledaags Engels beschrijft Culpeper planten die iedereen, bij wijze van spreken, gewoon in de achtertuin kon vinden. Hij vertelt hoe planten herkend en gebruikt konden worden. Culpeper was van mening dat de medische wetenschap in dienst van de samenleving moest staan en dat medische kennis beschikbaar moest zijn voor iedereen. Daarom vertaalde hij verschillende traktaten zoals de London Pharmacopoeia vanuit het Latijn en verkocht hij zijn boeken tegen een lage prijs, zodat ze toegankelijk werden voor de arme bevolking. Hij vond dat de medische wetenschap veel te ver af was komen te staan van de gewone burger, en gaf daarom veel aandacht aan het gebruik van planten die in het toenmalige Engeland voorkwamen of veel in tuinen gekweekt werden.
De toepasbaarheid van het boek in de huidige tijd is beperkt. In de eerste plaats bestond er in die tijd nog geen universele "wetenschappelijke" naamgeving voor planten, zodat het niet altijd met zekerheid is vast te stellen over welke plant Culpeper het heeft. Daarnaast werden veel planten die we tegenwoordig als verschillende soorten beschouwen, in die tijd onder eenzelfde soortnaam geschaard. Een goed voorbeeld is Paardenstaart, waarvan we er in Nederland en België een tiental kennen. Sommige van die "nieuwe" soorten zijn behoorlijk giftig, maar Culpeper maakt er weinig woorden aan vuil. Bovendien heeft de medische wetenschap niet stilgestaan. Inzichten over de oorzaak van ziekten (bacteriën, virussen, erfelijkheid) zijn veranderd en er is meer kennis beschikbaar over de werking van het lichaam. In de tijd van Culpeper wist men vaak wel dat een bepaalde plant werkzaam was tegen een bepaalde aandoening, maar het waarom was volstrekt onbekend.
De eerlijkheid in het boek is soms bijzonder vermakelijk. Bij planten zoals "White Lilies" (Madonnalelie – Lilium candium), lavendel en brandnetel staat doodleuk dat een beschrijving overbodig is, omdat iedereen deze planten wel kent. Ook de "Earth Chestnut" (Franse aardkastanje - Conopodium majus) hoeft niet beschreven te worden, "want elk kind kent ze". Ik kende de plant niet meteen. Het blijkt een schermbloemige te zijn en bovendien een witte schermbloemige. Zoals je wellicht weet, zitten er een paar bijzonder giftige soorten in die groep. Culpeper heeft soms wel erg veel vertrouwen in de plantenkennis van zijn tijd- en landgenoten. Ik kan niet inschatten of dat terecht of onterecht was.
Het boek geeft een prachtig inzicht in de wijze waarop er eeuwen geleden gedacht werd over de medische toepassing van (wilde) planten. Het toont een glimp van een periode waarin overal in Europa knollen, bloemen en zaden vermalen werden tot poeders en pillen en tincturen ingezet werden voor de behandeling van allerlei kwalen. Een periode waarin een enkel boek een kleine medische revolutie kon ontketenen. Het boek vormt een prachtige aanvulling op de boekenkast van elke plantenliefhebber.
Geef een reactie