Culinaire, medicinale en cosmetische inhoudsstoffen uit planten kan je op verschillende manieren uit planten extraheren. Eén van de meest gebruikte methodes is het maken van kruidenoliën of zogenaamde oliemaceraten. Door plantendelen te laten trekken in een basisolie worden de vetoplosbare – niet de wateroplosbare! – inhoudsstoffen uit planten in de olie opgelost. In dit artikel kan je meer informatie vinden over de methodiek van het maken van oliemaceraten.
Basisoliën kunnen zowel van dierlijke als plantaardige oorsprong zijn en een vloeibare dan wel vaste vorm hebben. Een vast en dierlijk vet is bijvoorbeeld roomboter; een voorbeeld van een vloeibaar en plantaardig vet is olijfolie. In de moderne kruidengeneeskunde worden vooral plantaardige vetten gebruikt als extractiemiddel. In het verleden werden ook dierlijke vetten intensief gebruikt, zoals reuzel, ganzenvet en roomboter. Binnen de Ayurveda is ghee (geklaarde boter) nog steeds een veel gebruikt extractiemiddel.
Oliemaceraten kunnen met een culinair doel gebruikt worden, als smaakmaker, geurelement of kleurstof. Daarnaast kan je ze zowel in- als uitwendig cosmetisch of medicinaal toepassen. Oliemaceraten kunnen op zichzelf ingezet worden – denk aan massageolie of een smaakvolle kruidenolie. Daarnaast kunnen ze als ingrediënt verder verwerkt worden in zalven, crèmes, deodorants, zeep of tal van gastronomische creaties. Afhankelijk van de toepassing van het oliemaceraat dat je maakt, maak je keuzes met betrekking tot de planten die je gebruikt, de basisolie en de bereidingsmethode.
Elke basisolie heeft haar eigen vetzuurprofiel, die de olie haar eigen karakter en specifieke eigenschappen geeft. De samenstelling van dit vetzuurprofiel zegt bijvoorbeeld veel over de houdbaarheid, de vorm (vast of vloeibaar) en voor welk huidtype de olie geschikt is. Een paar aspecten waar je rekening mee houdt bij de keuze voor een basisolie zijn de volgende:
Kwaliteit. Als je een basisolie aanschaft, kies dan voor een goede kwaliteit. Gebruik liefst biologische, koud geperste basisoliën.
Hittebestendigheid. Let erop dat de basisolie tegen verhitting kan, zonder dat het de kwaliteit van de olie aantast. Tijdens de bereiding van een oliemaceraat wordt de olie immers verwarmd tot 40-50°C, en vaak tot nog hogere temperaturen als je het verder verwerkt, bijvoorbeeld in een crème of zeep.
Houdbaarheid. Basisoliën hebben een bepaalde houdbaarheid. De houdbaarheid van de basisolie bepaalt de houdbaarheid van het uiteindelijke oliemaceraat. Als je een oliemaceraat wilt maken dat lang houdbaar is, kies dan voor een lang houdbare basisolie. De houdbaarheid van een basisolie wordt bepaald door het gehalte aan vitamine E (tocoferolen) en het vetzuurprofiel.
Toepassing. In de keuze van de basisolie kijk je naar de manier waarop je het uiteindelijke product wilt toepassen. Sommige basisoliën hebben van nature eigenschappen die ingezet kunnen worden bij bepaalde klachten. Sesamolie is bijvoorbeeld verwarmend en daardoor interessant als massageolie en kokosolie heeft schimmelbestrijdende kwaliteiten. Bij cosmetische toepassing is het bovendien relevant voor welk huidtype de olie geschikt is. Ook dat wordt bepaald door het vetzuurprofiel.
Doelgroep. Houd rekening met de doelgroep voor wie je het oliemaceraat maakt. Sommige mensen zijn extra kwetsbaar, zoals baby’s, kinderen of ouderen. Dit geldt niet alleen voor inwendig, maar ook voor uitwendig gebruik. Let ook op allergieën. Mensen met een notenallergie kunnen bijvoorbeeld allergisch reageren op amandelolie.
Vorm. Basisoliën kunnen een vaste vorm hebben, zoals cacaoboter, of een vloeibare vorm, zoals olijfolie. Afhankelijk van het doel van je oliemaceraat, maak je hierin een keuze. Een massageolie maken met een vast vet is wellicht een minder handig idee 🙂
Kleur. Individuele oliën van dezelfde soort kunnen enorm in kleur verschillen. Soms zegt de kleur iets over de kwaliteit van de olie. Tamanu-olie moet bijvoorbeeld donkergroen tot bijna zwart zijn. Lichtgroene tamanu-olie is van inferieure kwaliteit.
Smaak. Bij culinaire oliemaceraten speelt smaak een grote rol. Als je een oliemaceraat van Rozemarijn maakt, is olijfolie wellicht een betere keuze dan sesamolie, maar jij bepaalt uiteindelijk wat je lekker vindt.
Geur. Elke basisolie heeft een eigen geur. Die kan neutraal zijn of zeer typerend. Oliën met een penetrante geur zijn niet altijd prettig in cosmetica. Een dagcrème met walnootolie is een weldaad voor de huid, maar de geur begint mij na een paar uur echt tegen te staan. Geuren zijn echter heel persoonlijk. Wat de ene persoon heerlijk vindt, vindt de andere vies. Geur zegt ook iets over staat van de olie. Een ranzige olie herken je meteen aan de vieze en zurige geur.
Prijs. Je kiest oliën die in je budget passen. Er zijn oliën in allerlei prijsklassen te vinden, van goedkoop, zoals olijfolie, tot wat prijziger, zoals jojoba-olie.
In de cursus Making sense(s) of herbs leer je goede afwegingen maken in het gebruik van basisoliën. Er komen meer dan 40 soorten oliën en hun eigenschappen aan bod. Het maken van oliemaceraten is een belangrijke tool in je gereedschapskist als je aan de slag wilt met het integreren van planten in je voorraadkast, badkamer, medicijnkast en – why not – je slaapkamer. Het is één van de belangrijkste kruidenbereidingen in het repertoire van de herborist en fytotherapeut. Bovendien is het ongelooflijk leuk om te maken!
Geef een reactie